Afgelopen maandag heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een geschil tussen een bijstandsgerechtigde en de gemeente Amsterdam over een korting op de uitkering die aan betrokkene was opgelegd omdat hij geweigerd heeft deel te nemen aan het zogenaamde Hoya traject, in de woorden van de Centrale Raad 'werk in broeikassen onder een strak arbeidsregiem'. De advocaat van betrokkene had aangevoerd, dat de poging tot oplegging van deelname aan het traject kan worden beschouwd als dwangarbeid of verplichte arbeid, in strijd met artikel 4 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). De Centrale Raad heeft geoordeeld dat in het onderhavige geval wel sprake was van het opleggen van verplichte arbeid. De volgende vraag is echter, of deze verplichte arbeid, die ana betrokkene werd opgelegd, verboden is. Daarvan zegt de Raad dat dit niet het geval is. De Raad oordeelde echter niet over de vraag, of betrokkene wel of niet aan het traject had moeten deelnemen maar stelde zich op het standpunt, dat alleen de verplichting was opgelegd een asessment van 4 dagen te volgen juist om te beoordelen of het Hoya traject van toepassing kan zijn. Gezien zijn langdurig verblijf in de bijstand- 18 jaar- kan op voorhand niet worden gezegd dat deelname aan het traject om werknemersvaardigheden en discipline te verkrijgen onjuist was.
Wel formuleerde de Raad een aantal criteria waaraan voldaan moet worden om ervoor te zorgen dat reintegratietrajecten niet als verplichte arbeid kunnen worden beschouwd, die verboden is. Hierbij gaat het oa om het criterium dat het traject gericht moet zijn op arbeidsinschakeling en dat rekening moet worden met persoonlijke omstandigheden (belastbaarheid van betrokkene) en dat de aard van de werkzaamheden aan bepaalde voorwaarden moet voldoen zoals arbeidstijden. Hiermee geeft de Raad een signaal af aan de gemeenten dat ze niet zomaar met ieder traject kunnen aankomen. Afgaande op deze criteria, die nu voor het eerst zijn geformuleerd, kan worden gesteld dat het de vraag is of alle trajecten in de gemeente Amsterdam aan deze criteria voldoen bijvoorbeeld een verplichte cursus joga of een traject gezond eten leren. Dit heeft tot gevolg, dat er verschillende nieuwe rechtszaken ook bij lagere rechters aan de hand van deze criteria gevoerd zullen gaan worden. In die zin zal de gemeente Amsterdam de uitvoering van haar beleid alsnog tegen het licht moeten houden om niet alsnog met het verwijt van verboden verplichte arbeid te worden geconfronteerd. Een beroep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt overwogen.
Bron: Bijstandsbond
Geen opmerkingen:
Een reactie posten