vrijdag 16 juli 2010

Beroep in zaak rond ‘dwangarbeid’

Een Nederlandse bijstandsgerechtigde gaat in beroep bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vanwege dwangarbeid door de Staat der Nederlanden. Die zaak is ook van belang bij de nieuwe proef om bijstandsgerechtigden te dwingen te werken onder het Wettelijk Minimumloon (WML).
Uitspraak Europees Hof kan gevolgen hebben voor de hervorming van de arbeidsmarkten en de sociale zekerheid in het kader van de Lissabonstrategie. De Centrale Raad van Beroep deed op 8 februari 2010 om 11.00 uur te Utrecht in het openbaar mondeling uitspraak over de vraag of het verplicht volgen van een re-integratietraject strijd oplevert met het verbod op dwangarbeid. Er was een geschil tussen een bijstandsgerechtigde en de gemeente Amsterdam over het gedurende een maand stopzetten van de uitkering die drie keer werd herhaald omdat betrokkene geweigerd zou hebben deel te nemen aan het zogenaamde Hoya traject, in de woorden van de Centrale Raad 'werk in broeikassen onder een strak arbeidsregiem'. Betrokken klant weigerde het hoya traject, omdat hij ondertussen al zelf een stage plek had gevonden met uitzicht op betaald werk, en de klantmanager weigerde dit gegeven in het rapport en de besluitprocedure op te nemen. De advocaat van betrokkene, Marc van Hoof, had aangevoerd, dat de poging tot oplegging van deelname aan het traject kan worden beschouwd als dwangarbeid of verplichte arbeid, in strijd met artikel 4 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). De Centrale Raad heeft geoordeeld dat in het onderhavige geval wel sprake was van het opleggen van verplichte arbeid. De volgende vraag is echter, of deze verplichte arbeid, die aan betrokkene werd opgelegd, verboden is. Daarvan zegt de Raad dat dit niet het geval is. Wel formuleerde de Raad een aantal criteria waaraan voldaan moet worden om ervoor te zorgen dat reintegratietrajecten niet als verplichte arbeid kunnen worden beschouwd, die verboden is. Hierbij gaat het oa om het criterium dat het traject gericht moet zijn op arbeidsinschakeling en dat rekening moet worden met persoonlijke omstandigheden belastbaarheid van betrokkene) en dat de aard van de werkzaamheden aan bepaalde voorwaarden moet voldoen zoals arbeidstijden. Er wordt nu beroep ingesteld bij het Europees Hof voor de rechten van de Mens om toch een uitspraak te krijgen of de verplichte arbeid die aan betrokkene was opgelegd verboden is. Gezien de nieuwe proef om bijstandsgerechtigden en mensen met een WSW indicatie tewerk te stellen voor een loon, dat beneden het WML ligt is het sowieso al de vraag, of hiermee wordt voldaan aan de criteria die de Centrale Raad al heeft geformuleerd aangaande de voorwaarden waaraan de aangeboden arbeid moet voldoen. De gemeente Amsterdam gaat ervan uit, dat deelname hier vrijwillig is (Maar hoe vrijwillig is vrijwillig?) maar er zijn 32 gemeenten waar de proef wordt uitgevoerd, en het is de vraag of in alle gemeenten deelname vrijwillig zal zijn want overeenkomstig de wet op de loondispensatie heeft de gemeente de bevoegdheid, deelname verplicht te stellen. In verschillende landen van de Europese Unie wordt gewerkt aan een hervorming van de arbeidsmarkten en de invoering van activeringstrajecten voor langdurig werklozen en arbeidsongeschikten, waarbij zij met behoud van uitkering in disciplineringstrajecten tewerk worden gesteld. Dit past in het kader van de Europese coordinatie voor de hervorming van de arbeidsmarkten, in de wandeling de 'strategie van Lissabon' genoemd. Doel daarbij is om ervoor te zorgen dat op flexibele arbeidsmarkten zonder dat je een baan met estaanszekerheid kunt vinden er zo weinig mogelijk uitvallers zijn en arbeidskrachten worden gedisciplineerd in de carroussel van de concurrentie om de schaarse banen mee te blijven draaien in een situatie van blijvende massawerkloosheid. De uitspraak van het Europees Hof kan gevolgen hebben voor de criteria, waaraan het beleid om werklozen toe te leiden naar betaald werk moet voldoen.
Bron: Bijstandsbond

Geen opmerkingen: